door Bobby Tjassens Keiser, IT Specialist bij ICU IT Services
Modern gebruik van het mainframe. Of liever gezegd: modern gebruik van core data. Want heb je het over een IBM zSystem mainframe, dan heb je het over core data. Sowieso is het beter om over data te spreken want in moderne, grote IT-omgevingen zijn er zó veel platformen, tools, talen en software-ontwikkelstrategieën dat je door de wolken het bos niet meer ziet. Beter om je op de data te concentreren en te beseffen dat niet alle data gelijk geschapen is. Je banksaldo is data van een andere categorie dan je recentste bestemmingen in Google Maps.
State-of-the-art hardware
Het voorbeeld van banksaldi is core data voor banken, oftewel data die cruciaal is voor de bedrijfsvoering, die in de best beveiligde kluis opgeslagen ligt en desondanks door geautoriseerde toepassingen of personen geraadpleegd en bewerkt kan worden, vaak in een hoog volume aan transacties tegelijk. Een IBM zSystem mainframe is het neusje van de zalm als het gaat om dergelijke hoogbeveiligde, hoogbeschikbare data met een hoog transactievolume. Niet voor niets dat het overgrote deel van de Fortune 500-bedrijven hun core data nog altijd op Z heeft staan.
Wat is modern?
Na eenmaal te hebben besloten je data op het mainframe te zetten, wil je dat mainframe daar op een moderne manier voor inzetten. Maar “modern” is niet het eerste wat mensen te binnen schiet bij de traditionele record-georienteerde mainframe-applicaties die als het ware als een schil om die core data heen zitten. De hardware is dan misschien state-of-the-art, maar de applicaties hebben vaak een stoffig imago. Zoals een man met een grijze baard en patches op z’n tweed jasje die achter het stuur zit van een formule 1-wagen.
Hoe graag ik ook een artikel zou schrijven over hoe die schijn bedriegt, over hoe de COBOL compiler de nieuwste snufjes in één van ‘s werelds meest geavanceerde CPUs uitnut, of over hoe mainframe-transaktieservers en -databases met elke nieuwe versie steeds duizelingwekkender volumes aankunnen bij een praktisch 100% beschikbaarheid, dat doe ik toch maar niet, want dan haken mensen hier af.
Om de een of andere reden denken mensen bij modern gebruik niet meteen aan transaktievolume of security, maar eerder aan hoe snel een goed werkende API opgeleverd kan worden, of aan in hoeveel sprints een DevOps team een eerste minimum viable product op kan leveren. Oftewel het draait om verandersnelheid en jammergenoeg is dat iets waar het mainframe (nog) niet goed (genoeg) presteert.
Tools, processen en mensen
Om optimale verandersnelheid te bereiken moeten 3 hoofdzaken samen komen: tools, processen en mensen.
Op tools gebied is er best wat aan het veranderen. Software zoals bijvoorbeeld z/OSMF, Ansible, ZOWE, python, GIT op z/OS en zCX containers zijn volop in ontwikkeling. Veel daarvan zit in de open source-hoek en het is mooi dat het mainframe daar eindelijk ook van mee kan profiteren. Er zit alleen wel een addertje onder het gras en dat is de support daarop die normaliter door de open source community verzorgd wordt. Het mainframe is op cruciale details toch echt een ander beestje, denk aan big-endian architectuur, EBCDIC coded character set, UNIX compliant maar geen Linux distro. Door die ‘eigenaardigheden’ moeten veel open source tools naar het mainframe worden geporteerd (uitgebreid zodat ze ook op het mainframe succesvol gecompileerd kunnen worden). Daardoor moet je oppassen dat je je niet veilig waant met een grote open source community achter je, want het is vaak één specifieke partij die het tool geporteerd heeft en zo’n partij wil dat vaak niet voor elke kleine aanpassing opnieuw doen. Daardoor loopt de mainframe versie van open source tools vaak achter op de community versie. Dus moet je voor elk van die tools bepalen of je support moet kopen en waarvoor je het tool veilig kunt inzetten.
Qua processen is de mainframe community erg goed in na-apen. Iedereen doet SCRUM/Agile? Mainframe gaat ook SCRUM/Agile. Iedereen doet DevOps? Mainframe gaat ook DevOps. Iedereen gaat pipelines bouwen? Mainframe ook. Stuk voor stuk bewegingen om meer snelheid te maken, maar die in veel mindere mate op het mainframe hun vruchten afwerpen. Bijvoorbeeld het software voortbrengingsproces is op het mainframe vaak stroperig. En nee dat komt niet door die baard in z’n tweed jasje, maar heeft met risico en impact te maken. Ter vergelijking: ik wissel zonder blikken of blozen van Netflix naar Disney+, of van energiemaatschappij, maar overstappen van bank daar doe ik net iets langer over. Ik ben net iets voorzichtiger, want het gaat wel over m’n geld, en de impact is groter, want er zijn veel partijen afhankelijk van mijn bankrekeningnummer en machtigingen. Zonder Netflix heb ik alleen 3 boze kinderen.
Daarmee wil ik niet zeggen dat het tempo niet omhoog kan, maar dat je reële verwachtingen moet hebben. Een dragende muur vervangen is lastiger dan een tussenwandje.
Tot slot kom ik bij mensen. Baard en jasje heeft geen innoverend imago. Baard en jasje staat niet elke week op Yammer met weer een succesvolle implementatie van een nieuwe like-knop op de website. Maar baard en jasje vervangt wel elke 4 à 5 jaar de formule 1 wagen waar de core data op staat en zorgt continu dat die motor zo optimaal mogelijk draait. Baard en jasje heeft alleen soms wat moeite met die grote hoeveelheid nieuwe tools en processen, vaak omdat hij er veel heeft zien stranden.
De nieuwe generatie mainframers is inmiddels een feit, bedrijven die nog niet aan een verjongingskuur zijn begonnen lopen gevaarlijk ver achter. Veel van de nieuwe tools en processen zijn gericht op die nieuwe generatie, en dat klopt, zij hebben daar gewoon meer affiniteit mee. Toch duurt het nog wel even voordat die nieuwe generatie die formule 1 wagen zonder baard en jasje optimaal laat draaien. Zij hebben elkaar even hard nodig. En dus ben ik van mening dat, om je mainframe op een moderne manier te benutten, je het beste een eeuwenoude methode toe kunt passen, en wel die van een ambachtelijke leerling en leermeester. Baard en jasje kan de volgende generatie klaarstomen en de formule 1 wagen in goede handen achterlaten, terwijl de nieuwe generatie hem de nieuwe tools en processen in trekt (aan z’n jasje, niet aan z’n baard).
Deel dit bericht op LinkedIn